Trainingsvormen

 

Warming up (conditie)

Dit onderdeel, dat ongeveer 1/3 van het totaal in beslag neemt, is van essentieel belang en vormt altijd het begin van de training . Het bestaat uit diverse gymnastische en konditieverhogende oefeningen. De bedoeling hierbij is, het vergroten van de kracht, lenigheid. bewegings-coordinatie, spierbeheersing en conditie, maar ook om de ademhaling te verbeteren. D.m.v. een goede conditie voorkom je tevens blessures......, of liever gezegd maak je de kans hierop in ieder geval een stuk kliener. De warming up kan je onderverdelen in twee soorten:

  1. Algemeen

  2. Specifiek

Algemeen

Hierbij gaat het er vooral om dat het  lichaam “algeheel” klaar is voor de komende inspanningen. De spieren zijn nu goed doorbloed en op lengte en de longen zijn voldoende voorzien van zuurstof. In dit gedeelte, ook wel de “inleiding” genoemd, is het tevens de bedoeling dat je in de sfeer van de les komt en de dagelijkse beslommeringen even van je afzet.

Specifiek

Dit gedeelte is specifiek gericht op het thema van de training. Dus als bijvoorbeeld de training hoofdzakelijk met de benen of met de armen is of voor een wedstrijd, dan zullen alle voorbereidende oefeningen hier volledig op afgestemd zijn. Wordt het een technische les met bijvoorbeeld veel leerstof, uiterste concentratie en weinig fysieke inspanning, dan zal de voorbereiding uiteraard ook minder intensief zijn . 

warming-up

Kihon (basistechniek training)

Dit is ook een vast onderdeel dat op velerlei manieren getraind kan worden. Basistechnieken zoals: stoten, slagen, trappen en weringen worden afzonderlijk aangeleerd en daarna veelvuldig herhaald. Dit kan op verschillende manieren worden uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld:

  • Op de plaats: vanuit een een bepaalde basisstand, waarbij alle handelingen zowel links als rechts worden geoefend

  • In beweging: tegelijkertijd met techniek, waarbij je leert om soepel te kunnen overgaan van ene naar de andere stand zonder balansverstoring en in een correcte houding (in het lood).

  • In kombinatie (renraku waza): waarbij je de technieken opeenvolgend en op logische wijze vloeiend met elkaar verbind (de heupen spelen hierbij een belangrijke rol).

De basistechnieken (Kihon) worden ook wel de bouwstenen van het huis genoemd.  Als je deze met elkaar verbind (kombineert) krijg je een muur (Renraku waza). De baisisstanden kan je vergelijken met de fundering van het huis. De “stabiliteit” is dus afhankelijk van de kwaliteit van al het voorgaande, want anders stort het huis in elkaar .


kata
kihon

Kata (stijlvormen)

Kata’s zijn “vastgestelde” stijlvomen (choriografieen), die bestaan uit reeksen van aanvallen en verdedigingen tegen “denkbeeldige” tegenstanders uit verschillende richtingen. D.m.v. deze solo-vormen kan men de souplesse van de bewegingen bevorderen, de ademhaling beheersen, de lichaamsbalans verbeteren en de kracht, snelheid en trefzekerheid opvoeren. Het Kata is een afspiegeling van het echte gevecht en wordt daarom ook wel “spiegelgevecht” genoemd. Het is een “expressievorm” en de “heart and soul” van de stijl ligt besloten in deze martiale choreografieen. Bij het beoefenen van het onderdeel Kata, bewandelt de beoefenaar als het ware opnieuw de voetstappen van de grote meesters die deze vormen hebben gecreerd. Tijdens de examens voor dit onderdeel, wordt de kandidaat beoordeeld op de volgende criteria:

  • Juiste vorm (patroon / richting)

  • Vastgesteld aantal bewegingen

  • Ritme (langzaam / snel)

  • Begrip (Bunkai)

  • Spanning/ontspanning (ademhaling)

  • Gevechts allertheid (Zanshin)

  • Inleving/rijpheid (gevoel)

  • Concentratie (focus)

  • Attitude (houding)

In tegenstelling tot Kata staan bij Kumite, een andere trainingsmethode, twee personen tegenover elkaar en demonstreren hun technieken. Het Kata is een “verzamelnaam” voor al de stijlvormen (figuren), die weer afzonderlijk hun “eigen” naam hebben. De volgende Katavormen van Shaolin Kempo zijn in 1982 bij de KBN (Karate-do Bond Nederland) officieel vastgelegd in het examen-pakket:

Shaolin Kempo Kata Saifa Godan
Shaolin Kempo Kata Saifa Yondan

BASIS KATA’S

  • SAIFA SHODAN (1e Saifa))

  • SAIFA NIDAN (2e Saifa)

  • SAIFA SANDAN (3e Sifa)

  • SAIFA YONDAN (4e Sifa /zie opmerking)

  • SAIFA GODAN (5e Sifa)

  • SAIFA ROKUDAN (6e Saifa)

HOGERE KATA’S

  • SHAOLIN KUEN (Chuan-fa Kata, Kung-fu Kata, “Kun Lau”)

  • SHAOLIN NGOI KUNG KUEN (Externe krachtvuis set uit het Shaolin Kup Shuy / Iron palm)

  • SAI SAHP CHI KUEN (Choy Gar: Kleine kruisloop vuistset. Traditionele Wing Chung-set van de familie Choy)

  • HAKKA KUEN (Vuistset van de Hakka-bevolking in de Zuid-Oostelijke provincie Fukien van China / Haak Ga = gastfamilie , gastarbeiders)

  • SAAM MOON KUEN (Lee Gar /Drie dimensies vuisset van de familie Lee / Drie deuren openen)

  • CHEUNG DYUN KIU KUEN (Hung Gar / Vuistset met lange en korte brughand /onderarm-technieken van de familie Hung)

  • LAU GAR KUEN (Lau Gar / Vuistset van de familie Lau)

  • DAI SAHP CHI KUEN (Lee gar / Grote kruisloopvuisset van de familie Lee)

  • FA KUEN (Bloemen vuisset)

Opmerking: De 1e , 2e, 3e, 5e en 6e Saifa en Shaolin Kuen zijn basis kata’s, gecreerd door sifu G.K. Meijers in de periode 1960-1970. Saifa Yondan is een katavorm uit het traditionele Pack Mae Pai (Witte Wenkbrauwen stijl).

SAI FA =  Handmethode, Weg van de hand, Handenspel of wet van de hand,  Doordringend spel. Sai Faat = klein of kort spel  In het Westen wordt onder BOKSEN verstaan: “Het vechten met de handen/vuisten, in tegenstelling tot het Oosten, waarbij het (Chinees) boksen met zowel armen/vuisten als benen wordt beoefend. Bij veel Chinese stijlen licht het accent op de handen (handenspel).   

Bij Kata speelt de “verbeeldingskracht” een zeer belangrijke rol en het voordeel hierbij is dat je optimaal je kracht kan uitoefenen, terwijl je bij Kumite  rekening moet houden met je partner. Het kata is even belangrijk als het kumite en worden daarom ook wel de “2 wielen van de wagen” genoemd (het een kan niet zonder het ander).

BUNKAI KUMITE

Bunkai Kumite (de gevechtskundige betekenis van Kata) zijn gevechtsoefeningen, die gebaseerd zijn op de bewegingen uit de Kata. “Bunkai” betekent “analyse” en slaat dus op de gevechtskundige analyse van de Kata-bewegingen. In het Okinawa Karate zijn deze gevechtsoefeningen grotendeels bewaard gebleven. Ondermeer in de vorm van  de zogenaamde “Dento Teki Bunkai” of “traditionele gevechtstechnieken” en in de “Hiden Bunkai Kunite” of verborgen gevechtstechnieken.  Bunkai is dus een wezenlijk onderdeel bij het beoefenen van het Kata, zonder dit onderdeel zou men de efficientie van de gevechtskunst en de scherpte van technieken uit het oog verliezen en zal Kata slechts (met alle respect) een balletuitvoering zijn.

kumite

Kumite (partneroefeningen)

Bij Kumite staan twee personen tegenover elkaar en demonstreren hun technieken. In vroege tijden was de training bijna uitsluitend gebaseerd op de Kata’s (solo-oefeningen) die zijn ontwikkeld en vervolmaakt door oude grootmeesters op basis van langdurige oefening en ervaring. Pas later werd het Kumite ontwikkeld en tegenwoordig is het erg populair (vooral bij jongeren) en wordt het op grote schaal beoefend als trainingsmethode.

Kumite kan je onderverdelen in 3 hoofdsoorten:

  1. Basis Kumite

  2. Ippon Kumite

  3. Jiyu Kumite

Basis Kumite

Basis Kunite dient voor het aankweken en oefenen van basistechnieken, waarbij het vaardigheidsniveau van de individuele leerling in het oog gehouden moet worden (Gohon Kumite, Sanbon Kumite en Samen Kumite). Het is eenafspraaktraining, waarbij de aanval van te voren vastligt. Bij deze vorm leert je “samenwerken” en ben je beurtelings de aanvaller of verdediger (rolwisseling).

Ippon Kumite

Ippon Kumite (en Jiyu Ippon Kumite) dient om aanvallende en verdedigende technieken te trainen, lichaamsbewegingen/ontwijken (tai sabaki) te oefenen en afstand (maai) te leren inschatten . Ook Nidan Kumite behoort tot deze categorie.

Jiyu Kunite

Bij Jiyu Kumite in “open vorm” liggen de technieken niet van tevoren vast en leert men daardoor reflexmatig bewegen. De deelnemers kunnen hierbij “vrij gebruik maken”  van hun mentale en fysieke krachten, maar de stoten, slagen en trappen moeten hierbij volkomen onder “controle” worden gehouden. Het accent ligt hierbij in het elkaar overtroeven in zowel  snelheid, kracht en soeplesse, waarbij het respect voor elkaar “hoog in het vaandel is”.

Beoordelingscriteria bij examens: 
Bij de examens voor het onderdeel Kunite, wordt de kandidaat beoordeeld om de volgende criteria:

  • Ma-ai (juiste/gunstige gevechtsafstand)

  • Zanshin (gevechts alertheid/tegenstander aankijken)

  • Shisei (gevechts-/verdedigende houding)

  • Waza (techniek)

  • Verscheidenheid in techniek (variatie)

  • Kime waza (beslissende eindtechniek / “killing blow”)

  • Controle (technisch en fysiek)

  • Effectiviteit (doelgericht timing/snelheid /kracht /Kiai)

  • Aktiviteit (op de juiste momenten aktie nemen, initiatief)

Bij het onderdeel Jiyu Kumite in “vrije vorm” moet de kandidaat zijn persoonlijke kwaliteiten in volgende 3 onderdelen kunnen tonen:

  1. Aanvallen en kombineren

  2. Verdedigen, ontwijken of blokkeren (en evt. counteren)

  3. Totaal (volledig) gevecht uitvoeren

KUMITE-VORMEN:

Kumite kan op de volgende manieren woden getraind:

  • Gohon Kumite: 5 staps aanval

  • Sanbon Kumite: 3 staps aanval

  • Samen Kumite: 3 staps met verschillende aanvallen

  • Ippon Kumite: 1 staps aanval

  • Nidan Kumite: 1 staps met 2 aanvallen

  • Jiyu Ippon Kumite: 1 staps aanval, vanuit gevechtshouding in beweging met gebruikmaking van afstandsverschillen om te verdedigen of om het juiste aanvalsmoment te bepalen

  • Jiyu Kumite: vrij gevecht (Randori) in open of gesloten opdrachtvorm

  • Shiao Kumite: wedstrijdvorm

  • Shaolin Kempo Kumite: 1 staps aanval met vastgetelde Kempo-techniek vanuit een specifieke Kempo-houding (afspraaktraining)


Kobujutsu & Kobudo (gewapend gevecht)

Kobujutsu & Kobudo (gewapend gevecht)

sais

Het Kobujutsu betekent het hanteren van de oude krijgskunsten of oude wapens. Soms wordt het ook wel uitgelegd als een krijgskunst die bedoeld is om de `vrede te bewaren´. Het hanteren van allerlei gebruiksvoorwerpen anders dan de reguliere japanse wapenuitrusting heeft zijn oorsprong in wapenverboden vanaf de 16e eeuw en later de bezetting van de Okinawa eilandenarchipel door Japan.

Vandaag de dag bestaat het Kobujutsu en Kobudo uit het trainen van het gewapend gevecht met een reeks wapens die in de 19e eeuw in Japan veelvuldig voorhanden waren. Het waren dan ook niet echt wapens maar gereedschappen, onderdelen of landbouwwerktuigen. Hierbij waren het niet de boeren of rebellen die zich deze krijgskunst eigen maakten. In die tijd was het trainen van krijgskunst voorbehouden aan wetshandhavers, samoerai of notabelen etc. In het geval van Okinawa waren het vooral de ontwapende samoerai van Okinawa na de bezetting en hun nazaten die Kobujutsu trainden.

Het gaat om de volgende wapens:

  • Bo (een 182 cm lange staf en ook wel in andere maten)

  • Sai (de ijzeren drietand van circa 40 cm)

  • Tonfa (het houten molensteen handvat, tegenwoordig ook bekend als politiewapen in Amerika en Frankrijk)

  • Nunchaku (de dorsvlegel ook bekend van de films van Bruce Lee, soms met 3 of 4 delen)

  • Kama (de korte zeis of sikkel)

  • Tekko (een paardebit of handvat toegepast als handwapen of boksbeugel)

  • Surijin (een ijzeren pin aan een ketting en een gewicht, van oorsprong een scheepslood of vistuig)

  • Tinbe & Rochin (een schild met korte speer of kort zwaard)

  • Katana (zwaard)

  • Hanbo (korte staf)